Home
Hedendaagse sieraden en ik






Unger (2017) geeft in haar boek Jewellery Matters de volgende definitie: “Een sieraad is een discreet object dat door mensen wordt gedragen als een decoratief en symbolistisch verlengstuk van hun voorkomen”.

Sieraden zijn voor mij net als kleding een onderdeel van de persoonlijkheid. Je kan je stijl ermee uiten. Ik wil aan de ene kant dat de sieraden die ik voor dit project maak mooi zijn, een stijl uitdrukken die jongeren aanspreekt. Een sieraad die ze dragen bij hun outfit maar dat tegelijkertijd een functie heeft. Mijn sieraden moeten draagbaar zijn, ze moeten lekker zitten en ze moeten fijn zijn om mee te friemelen. Een ketting moet een aantal elementen bevatten met verschillende structuren. Het kunnen friemelen is in dit geval wel belangrijker dan het uiterlijk. Maar een mooie samenhang is waar ik naar streef.

Voor dit essay ben ik een aantal hedendaagse sieraden ontwerpers en hun werk gaan onderzoeken: Bruno Ninaber van Eybed, Beppe Kessler, Dinie Besems en Hans Appenzeller. Deze ontwerpers trokken mij het meest aan met hun werk, werkwijze of materiaal gebruik.

Deze ontwerpers maken gebruik van beweging in hun werk. Bijvoorbeeld: omkeren, herhaling/ repetitie, smelten en glijden.


gebruikte de ‘Swap methode’ in het armbandhorloge ’73. Het omkeren of wisselen van bandjes. De drager kon kiezen uit verschillende kleuren bandjes. Op deze manier betrekt van Eyben de drager bij het ontwerp van het sieraad, de drager kan keuzes maken die passen bij zijn gevoel, bij zijn outfit, of bij de gelegenheid waarin hij zich bevindt of waarnaar hij zich begeeft. De kleur van de bandjes is te veranderen maar ook het materiaal. Zo kan er gekozen worden tussen drie kunststof bandjes en een stalen band (Joris, 2000).
“Een horloge is een object tussen sieraad en gebruiksvoorwerp in. Hoe meer ‘getekend’ door gebruik, hoe rijker het object wordt, als een zwerfkei. Alles wat onnodig is, is weggelaten” – Studio Ninaber

Ik vind het idee dat de drager een keuze kan maken, in de zin dat hij het sieraad kan afmaken of voltooien, heel mooi. Zo kun je iets kiezen wat op dat moment bij je past. Dit is ook iets wat ik kan verwerken in mijn sieraden.
Ik heb voor dit onderzoek mijn kettingen twee keer getest op draagbaarheid en vormgeving. Ik heb de kettingen meegegeven aan een jongen (17) met adhd en een meisje (16) met een vorm van autisme. Hieruit bleek dat er grote verschillen waren tussen beide en dat elk andere wensen had voor het sieraad. Zo moet de ketting voor het meisje met autisme symmetrisch zijn om er rust in te vinden. Voor de jongen met adhd is dit minder belangrijk. Voor de jongen is het belangrijk dat het een stoer stevig sieraad is waar ook aan getrokken kan worden.

Het zou mooi zijn als ik per persoon een sieraad kan maken dat bij hem of haar past. Of wanneer het een sieraad wordt voor in de klas, dat aangepast kan worden aan de behoeften van elke gebruiker.


‘Repetitie’ is een constante in het werk van
Warm Winters bijvoorbeeld is een broche die bestaat uit een reeks ‘kralen’ waarin zij fragmenten van weerkaarten heeft verwerkt. De ‘kralen’ of stenen’ onder meer gemaakt van acryl, hout en papier, zijn transparant en verschillend van kleur. Ook hun formaat wisselt. Onder hun doorschijnende oppervlak schemeren fragmenten door van weerkaarten.
Mooie zachte kleuren vormen een eenheid, de tinten passen bij elkaar en zijn heel natuurlijk. Het lijken een soort stenen. De broche voelt voor mij rustgevend door de kleuren en de compositie van de verschillende stenen.



warm winters
gold, alpaca, wood, paper, acrylic / 8 x 8x 2.8 cm / 54 g / 2016
(weather reports 1998: 20.11- 10.12 - 30.06 - 15.01 - 16.01 - 29.01 - 14.11 - 04.12 12.12 - 02.12 - 14.011 - 20.01)


Kessler (1962) is al bijna vijfentwintig jaar werkzaam als beeldend kunstenaar, sieradenontwerper en dessinontwerper. In 1979 studeerde ze af aan de afdeling textielvormgeving van de Rietveld Acedemie. Kessler beschouwde zich echter niet als ontwerper maar als kunstenaar. Het tekenen van eindeloze variaties van bepaalde vormen beschouwde ze daarom als autonome vorm van kunst in plaats van een ontwerpproces. Die benadering en de aandacht voor kleine, aan de natuur ontleende verschillen in vorm en structuur, kenmerken haar werk (Van der Linden, 2003).


pars prototo
copper, silver, acrylic fibre, acrylic color, graphite, felt, textile
Ø 20 cm, Ø2.3 cm / 87 g / 2015

Kessler heeft hier eerst een structuur/patroon op papier gemaakt te hebben waaruit ze kleine rondjes heeft verwerkt in de ketting. De sluiting past mooi bij het geheel door de ronde vormen die zich herhalen in deze ketting. Dat de sluiting een andere kleur heeft oogt spannend.









keynotes
silver, wood, alumium, acrylic colour + fibre, textile,
felt, nylon
Ø 23 cm / 213 g / 2015







pastorale
copper, wood, glass, acrylic fibre+colour, alumium, graphite, textile, felt, nylon
Ø 21 cm / element: 4.5 x 9 x 2 cm / 116 g / 2015




Ook bij deze twee kettingen vind ik het mooi hoe de sluiting een aanvulling is op de ketting. De vorm past bij het geheel maar springt er net even uit door een andere kleur en materiaal.









botjes
necklace / balsa wood, swarovski crystals, textile
2002

Bij de ketting Botjes heeft Kessler ervoor gekozen deze niet rond te maken, er is geen sluiting. Ik vind dit een interessante manier om een ketting te dragen en het inspireert mij om anders naar mijn eigen kettingen te kijken.

In het werk van Kessler kun je haar achtergrond in textiel goed terug zien doordat ze vaak textiel verwerkt in haar sieraden.

In 2003 wijdde het textielmuseum een retrospectief aan haar werk. Dit is wat ze over het werk van Kessler schreven:
‘Of het nu sieraden zijn of schilderijen, Beppe Kessler zoekt de uiterste grenzen van het materiaal op, dáár ligt de verrassing. Haar werk prikkelt de zintuigen en wil aangeraakt worden. Er is altijd iets dat wringt, dat vragen oproept over waar je naar kijkt of over wat je in je hand houdt. Beppe Kessler is niet opgeleid als sieraadmaker, maar volgt haar eigen weg en ontwikkelt haar eigen technieken. Ze is niet in een hokje te plaatsen.
Het is voor haar een uitdaging om alledaagse materialen tot een kostbaar ogend sieraad te transformeren. Zij hanteert een veelheid aan materialen die samensmelten tot een eenheid. Ritme en herhaling zijn altijd een rol in haar werk blijven spelen, net zoals geduld’ (Textielmuseum, 2016).

Kessler ontwikkelde in haar collectie gemoedsbewegingen een methode om in zacht balsahout te borduren.
De Zwolse krant schrijft hierover het volgende:
‘De glinsterende Swarovski-kristallen en felgekleurde kralen vormen samen met ontelbare steekjes borduurgaren de huid van de nieuwe sieraden van Beppe Kessler. De kristallen zijn aangebracht in gebrande holtes in balsahout. Het borduren van hout is geen zachtzinnig proces. Met eindeloos geduld werd elke draad met kracht door het hout geramd. De sieraden zijn, anders dan men zou verwachten, vederlicht en makkelijk te dragen’(De Zwolse Courant, 2004).


Het collier uit het lood bestaat uit geborduurde scheve kubusjes balsahout.

Cubes (Uit het lood) voor Textielmuseum
necklace / balsa wood,cotton
2002


laat met haar ketting van ijsblokjes de beweging van smelten zien. De ijsblokjes die vastzitten aan een nylon draad smelten binnen 5 minuten op het lichaam van de drager.
Het sieraad is tijdelijk van aard. Het verdwijnt bij het dragen. Het heeft de vorm van een ‘performance’ gekregen, een tijdelijke actie. Besems heeft het smelten van de ketting opgenomen op film.
Op deze manier rebelleert Besems tegen de conventionele eisen aan sieraden als draagzaamheid en duurzaamheid(joris, 2000).

Het werk van Dinie Besems is heel conceptueel. Heel anders dan mijn eigen werk maar wel inspirerend. Door te kijken naar dit soort werken ga ik ook anders naar mijn eigen werk kijken. Je hoeft niet altijd voor de hand liggende materialen te gebruiken. Eigenlijk zou je alles om je heen kunnen gebruiken in je sieraden. Het roept ook vragen op. Moet een sieraad draagbaar zijn? Moet het duurzaam zijn? Zijn er regels verbonden aan het maken van een sieraad?

Als je kijkt naar de ontwerpers die ik heb gekozen hebben ze allemaal een eigen idee over deze vragen. Voor Besems is draagbaarheid niet een belangrijk aspect, zij kijkt op een conceptuele manier naar een sieraad. Voor Kessler is draagbaarheid juist wel belangrijk vertelt ze in mijn interview met haar en ze vindt het een uitdaging om met die “beperking” iets te ontwerpen.
Ook duurzaamheid is een onderwerp waar door de ontwerpers anders naar gekeken wordt. Wat is duurzaamheid? Voor mij is duurzaamheid dat het sterk is en lang mee gaat. Het ijscolier gaat niet lang mee, dit is dan ook niet de intentie van Besems.
Ook laat ze zien dat er eigenlijk geen regels verbonden zijn aan het maken van een sieraad.


‘Dinie Besems een van de meest toonaangevende Nederlandse sieradenontwerpers van dit moment, reflecteert met haar werk op de historische, culturele en sociale betekenis van het sieraad. Waar komt bijvoorbeeld de oervorm van het collier, de korte halsketting met het zwaartepunt aan de voorzijde, vandaan? 'Een ketting heeft een volgorde en een ordening die een ideaal weergeven,' zegt Besems. 'De juiste maatverhouding is de sleutel tot de waarheid achter schoonheid. Daar ben ik naar op zoek (van der Linden, 2001).'’

In dit stukje van Van der Linden geeft Besems aan opzoek te zijn naar de juiste maatverhouding.
De oervorm van een ketting wordt hier benoemd waarbij het zwaartepunt aan de voorkant zit. Dit herken ik in mijn eigen kettingen waarbij ik ook het zwaartepunt aan de voorkant leg. In een aantal van mijn kettingen verdeel in elementen maar ook dan zit de grootste steen in het midden aan de voorkant.



Materialen worden door sieraadontwerpers vaak uitgekozen vanwege hun soepelheid, spanning en flexibiliteit.

gaat de uitdaging juist aan om de niet soepele materialen te laten passen om het lichaam.
Appenzeller ziet het als een uitdaging om armbanden en kettingen te ontwerpen die niet op traditionele wijze te openen en te sluiten zijn.
Appenzeller zoekt naar oplossingen waarvan de vorm voortkomt uit de manier van openen en sluiten (Appenzeller, 2018).

Ik ga hieronder in op de collectie Closuren van Appenzeller omdat ik het interessant vind hoe hij oplossingen hiervoor heeft bedacht.

Appenzeller vindt het een uitdaging om een armband passend om een pols te krijgen. Hij schrijft hierover:
‘Een armband is bedoeld om gedragen te worden en dat is te zien aan de vorm.
In die periode op de Rietveld Academie heb ik al een armband gemaakt die uit een strip metaal bestaat die om de arm buigt, met de twee einden in een extra krul. Deze vallen door de spanning van het metaal in twee gleufjes, en veren een stuk open als ze uit elkaar worden getrokken’ (Appenzeller, 2018).

Appenzeller licht de volgende ontwerpen van hem als volgt toe:

‘Een andere armband, ook als mannen armband bedoeld, bestaat uit een strip, met aan beide uiteinden een halve cirkelvorm. Aan een kant als zaagsnede en aan de andere kant is er een halve cirkel uitgezaagd. Deze twee kunnen door de vering van het metaal in elkaar steken, waardoor een complete cirkel ontstaat.
De veerkracht van metaal was in beide gevallen een onderdeel van het ontwerp. De lichaamsvorm en draagbaarheid waren de aanleiding. En dat is zo gebleven in de daarop volgende jaren. Het ‘puntcollier’ is draaibaar aan de voorkant en haakt aan de achterkant’ (Appenzeller, 2018).



‘De ‘klaparmband’ uit 1972 voelde als een triomf voor mij. Daar was de arm van de drager zo essentieel geworden, dat de sluiting alleen maar werkt als hij gedragen wordt. De flexibiliteit van de arm zorgt er voor dat de twee u vormige delen bij elkaar blijven, maar door de arm iets in te drukken, is het mogelijk de armband te openen. Dan past hij precies over de hand’ (Appenzeller, 2018).


‘De vorm die gebaseerd is op het lichaam van de drager is de belangrijkste rode draad door de jaren heen. De ‘snaar-armband’, de ‘uitschuif armband’, het ‘gebogen lijnen collier’, de ‘veertig jaar armband’, en vele anderen.’ (Appenzeller, 2018).

Het lichaam is voor Appenzeller erg belangrijk. De vorm van het sieraad wordt bij hem bepaald door het lichaam. Ik denk dat hierdoor het sieraad ook fijn zit.
In mijn sieraden heb ik hier minder bewust aan gedacht. Wel heb ik rekening gehouden met welke materialen fijn voelen aan het lichaam omdat bij mijn eerste test bleek dat het metaaldraad dat ik gebruikte te veel prikkeling gaf. Daarnaast maak ik de kettingen lang zodat ze makkelijk af kunnen om los mee te friemelen.


Als een sieraad niet draagbaar is, is het dan wel een sieraad?
Deze vraag werd relevant in de jaren 90 toen bij sommige ontwerpers het sieraad de status kreeg van een autonoom “ding”. Dit is te zien in het werk van Dinie Besems, die het lichaam in een bredere context ziet. Meer als ruimtelijk wezen.
“Ik zie mijzelf niet als een sieraden maker” zegt Dinie Besems. Ze ziet zichzelf meer als een conceptuele kunstenaar. Haar materiaal is het idee. Haar doel is om sieraden te creëren die deel uitmaken van de ruimte of die de ruimte maken. Betekenis staat centraal en het materiaal is een gedachte.

Voor Hans Appenzeller is dragen het belangrijkste. “Laat het zien” is zijn motto. Het is de taak van de ontwerper om de drager mooier te maken (Joris, 2000).
Ook Beppe Kessler vindt draagbaarheid belangrijk, zij zegt in het interview dat ik met haar had het volgende: “Ik ben zelf altijd in draagbaarheid geïnteresseerd geweest, dat vind ik belangrijk. Ik zie het als een uitdaging om binnen die beperking een sieraad te maken”.

Als ik denk aan een sieraad moet het draagbaar zijn. Dat is voor mij toch de intentie van een sieraad. Die beperking zoals Beppe Kessler het noemt vind ik zelf ook een mooie uitdaging om mee aan de slag te gaan.
Ik hoef niet perse een boodschap over te brengen met mijn sieraden. Er kan wel een verhaal achter zitten. Een betekenis die het sieraad krijgt door de manier van maken en door het materiaalgebruik of de functie die het sieraad krijgt.


Sieraden zijn dingen die we kunnen zien en aanraken. Sommige sieraden vragen aandacht en vallen op. Andere zijn privé en worden onder kleren gedragen. Materialen worden vaak gekozen voor hun kleuren of andere opvallende eigenschappen(Unger, 2017).
De zintuigen zicht en voelen staan in mijn werk centraal. Door verschillende materialen te gebruiken wil ik de zintuigen prikkelen maar wel op een rustgevende manier. Een combinatie van harde en zachte materialen, verschillende vormen en structuren en rustgevende kleuren. Ik gebruik drie basiskleuren. Roze, Groen en Blauw in tinten die goed bij elkaar passen en samen natuurlijk ogen.



Voor dit onderzoek heb ik het boek Contemporary Jewellery in Context, a Handshake blueprint aangeschaft. Ik vond de samenwerking tussen de beschreven personen in dit boek erg inspirerend vooral de samenwerking tussen Warwick Freeman en Jessica Winchecomb trok mij aandacht.

“With so many good makers around the globe, and technology that allows you instant access to everyone and everything they do, we now have the benefit of choice… For the first time in history the continuing ‘student’ is not prey to the random local educationalists, but is connected with somebody within electronic reach, who has similar or complementary interests and shares their love for object-making” (Deckers, 2017).

Het Handshake project uit New Zeeland, gemaakt door Peter Deckers is gebaseerd op het meester en leerling model van vroeger. Leerlingen in eerdere fases van hun carrière worden samen gebracht met meesters die expert zijn geworden in hun vak. Dit keer niet gelimiteerd tot locatie maar over de hele wereld. We kunnen tegenwoordig veel makkelijker communiceren door het internet. Hierdoor kun je contact zoeken met makers die je bewonderd en je inspireren.
Het Handshake project staat bekend om zijn openheid, collegialiteit en voor het aanmoedigen van experimenteren (Deckers, 2017).

“Ideas belong to you only if you are able to execute them” zei Warwick Freeman een ontwerper uit New Zeeland. De balans tussen kennis, expertise, technische kennis en temperament maakt iedere maker uniek en zorgt voor verschillende uitkomsten. Je kunt in je hoofd mogelijke ideeën bedenken maar als je niet bezig gaat en je niet de kennis hebt of gebruikt om het idee uit te werken is het niet aan ons om het idee te houden (Deckers, 2017).

“Instead of purposefully forcing you ideas onto a material, you can better try to find out what a material offers you”. – Warwick Freeman
Deze quote van Freeman inspireerde mij om anders naar materiaal te kijken. Wat heb ik nog liggen en wat kan ik er mee om het mij eigen te maken.


Een voorbeeld van een samenwerking binnen het Handshake project is de samenwerking tussen Jessica Winchcombe en Warwick Freeman. Winchecomb vroeg Freeman om haar mentor te zijn voor dit project.
Ik beschrijf dit voorbeeld omdat ik hier zelf inspirerende quotes uit heb kunnen halen.

De communicatie in dit project gaat heen en weer via internet. Ze sturen elkaar foto’s en spreken over de dingen die ze doen in hun studio’s. De samenwerking begint echt wanneer Freeman schrijft over een werk dat hij ooit zag in Auckland Museum met gevlochten haar en gekleurde kraaltjes. Freeman stelt voor om dit na te maken en vraagt Winchcombe om 100 kleine kraaltjes te maken waarna hij het vervolgens in elkaar zet. Winchcombe vind het een leuk idee maar ze raakt een moment in paniek bij het maken van de kraaltjes. Ze schrijft terug dat de erg kleine kraaltjes moeilijk te maken zijn. “Put it aside but keep looking around- just remember tot hink about tiny beads as you do. You can find them- you just have to feel like you own their discovery. Maybe finding something and scratching, painting, burning or hitting it with a hammer might give you the sense of ownership” gaf Freeman als advies. Hij bedoeld hiermee dat je moet kijken wat om je heen ligt en in plaats van het materiaal te forceren kun je beter kijken naar wat het materiaal je biedt. Winchcombe begon zwarte parels die ze al had gedeeltelijk te verven, zo voelde het meer als haar eigen. Samen maakten ze zo ‘Not made in Fiji’ dat deel uit maakte van de HS1 Handshake expositie in 2013. Kijkers konden niet zien wie wat had gedaan. “We made a peace together that doesn’t look like either of us made it. I think that is a good way to look at what collaborations can do” (Deckers, 2017).



Winchecombe en Freeman ontwerpen hier niet iets nieuws maar maken iets na. Wat ik mooi vind in dit stuk is hoe Winchecombe tot nieuwe manieren komt door de feedback die Freemand haar geeft. Blijf om je heen kijken en kijk wat je met materiaal kan doen om het eigen te maken.
Dit inspireerde mij om naar meer materialen te kijken en dingen mee uit te proberen. Zoals het branden van houten kralen die mijn moeder nog had liggen.

Door dit stuk heb ik zelf ook contact gezocht met twee hedendaagse sieraden ontwerpers en gevraagd of ze feedback wilden geven op mijn idee en werk.
Van Dinie Besems heb ik feedback terug gekregen- dit kun je vinden op de feedback pagina. Beppe Kesler vond het lastig feedback te geven maar heeft een aantal vragen beantwoord.





















Bronnen

Appenzeller. H. (2018). [Appenzeller]. Geraadpleegd op 4 juni 2018, van http://www.appenzeller.nl/thematics/closures/

Besems, D. (2018). [Salon Dinie Besems]. Geraadpleegd op 4 juni 2018, van http://diniebesems.nl/?p=817

Deckers, P. (2017). Contemporary Jewellery in Context, a Handshake blueprint. Stuttgart, Duitsland: Arnoldsche art publishers.

De Zwolse Courant. (2004, 12 januari). Sieraden expositie bij kunstuitleen. Geraadpleegd op 11 juni 2018, van https://academic-1lexisnexis-1nl-100002fvi0c3e.hanserver03.nhl.nl/?verb=sf&sfi=AC01NBSimplSrch

[Jessica and Warwick], (2018). Geraadpleegd op 4 juni 2018, van http://handshakejewellery.com/participants/jessica-and-warwick/

Joris, Y. G. J. M. (2000). Jewels of mind and mentality. ‘s- Hertogen Bosch, Nederland: Het Kruithuis, Museum of Contemporary Art.

Kessler, B. (2018). [Beppe Kessler]. Geraadpleegd op 4 juni 2018, van http://www.beppekessler.nl/home.html

Ninaber van Eyben, B. (2018). [Studio Ninaber]. Geraadpleegd op 4 juni 2018, van http://www.ninaber.nl/nl/projecten/horloges/87/armbandhorloge-73

Textielmuseum. (2016, 6 juli). Schenking sieraden Beppe Kessler. Geraadpleegd op 11 juni 2018, van https://www.textielmuseum.nl/nl/actueel/schenking-sieraden-beppe-kessler

Unger, M., & Van Leeuwen, S. (2017). Jewellery Matters. Rotterdam, Nederland: NAi010 Uitgevers.

Van der Linden, R. (2003, 1, mei). Beeldende kunst. Geraadpleegd op 11 juni 2018, van https:// https://academic-1lexisnexis-1nl-100002fvi0c1c.hanserver03.nhl.nl/?verb=sf&sfi=AC01NBSimplSrch





Voor mijn Visual Essay ben ik literatuur studie gaan doen naar hedendaagse sieraden en sieraden ontwerpers. Ik ga in op verschillende aspecten van sieraden en kijk naar bekende hedendaagse sieraden ontwerpers. Ik zal hier ook vertellen hoe ik mij verhoud tot deze sieraden ontwerpers.
Definitie
Ontwerpers
Bruno Ninaber van Eyben
Beppe Kessler.
Dinie Besems
Hans Appenzeller
Closing 9
Closing 2
Closing 4
Closing 3
Closing 1
Moet een sieraad draagbaar zijn?
Zintuigen
Handshake project Nieuw Zeeland